Risicofactoren voor het niet volgen van een opleiding of het niet werken door jongeren

 

Met deze indicator krijg je op het niveau van je gemeente of samenwerkingsverband een beeld van de factoren die kunnen samenhangen met het niet volgen van een opleiding of niet werken. Het gaat bijvoorbeeld om werkzoekende schoolverlaters, jonge arbeidsgehandicapten of jongeren zonder betaalde baan. Om de kwetsbaarheid van jongeren voor het missen van de aansluiting met de arbeidsmarkt te bepalen, kijken we naar mogelijke verbanden met hun onderwijs- en jeugdzorggeschiedenis.

In deze indicator vind je gegevens over:

  • jongeren die geen opleiding volgen of niet werken per samenwerkingsverband vo
  • relatieve risico’s per zorgtype
  • relatieve risico’s per onderwijssoort
  • relatieve risico’s bij voortijdig schoolverlaten

Selecteer jouw regio
Regio: geen regio gekozen   k

Selecteer jouw regio

Selecteer een gemeente of samenwerkingsverband:

NEET: jongeren die geen opleiding volgen of geen werk hebben

De meeste jongeren tussen de 15 en 25 jaar in Nederland volgen een opleiding of cursus. Van de jongeren die geen onderwijs volgen, hebben er vier op de vijf betaald werk. De meeste jongeren leren of werken dus wel, maar dat geldt niet voor alle jongeren.

Het percentage jongeren dat geen opleiding volgt of niet werkt, wordt in internationaal verband gebruikt als kwaliteitsindicator voor de overgang tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Onderzoekers gebruiken hiervoor de term Not in Employment, Education or Training (NEET). Daaronder verstaan zij het aantal jongeren dat op 1 oktober van het betreffende jaar wordt gekwalificeerd als NEET. Dat zijn dus jongeren die in de vier weken daarvoor niet deelnamen aan opleiding, cursus, training of werk.

Cijfers over jongeren die geen opleiding volgen of niet werken

Dit landkaartje geeft het aandeel jongeren dat geen opleiding volgt of niet werkt per gemeente of samenwerkingsverband vo weer.  De donkerste kleur geeft het hoogste aandeel weer en lichtste kleur het laagste.

Bron en jaar data: CBS (micro)data, bewerking NJi, 2020

Regionale trend in het aantal jongeren dat geen opleiding volgt of niet werkt

In deze figuur zie je welke ontwikkeling het aantal van deze jongeren in jouw gemeente of regio de afgelopen jaren heeft doorgemaakt vergeleken met het landelijk gemiddelde. Onder de figuur kun je de trend voor jouw regio en Nederland aan- of uitzetten door erop te klikken.

selecteer een regio om deze figuur te kunnen zien: k

Wat bedoelen we met relatieve risico’s?

De factoren die samenhangen met het niet volgen van een opleiding of geen betaald werk hebben zijn divers en hebben meestal geen directe oorzaak of aanleiding. Toch lopen sommige jongeren een groter risico dan anderen om niet naar school of training te gaan of geen werk te hebben. Daarom noemen we dit relatieve risico’s.

 

Berekening

Het relatieve risico is berekend door de kans dat iemand met een bepaalde geschiedenis, zoals praktijkonderwijs, geen opleiding volgt of betaald werk heeft te delen door de kans dat iemand zonder deze geschiedenis geen opleiding volgt of betaald werk heeft. Met behulp van het relatief risico kunnen we uitspraken doen zoals: in deze regio hebben jongeren met een geschiedenis op het praktijkonderwijs drie keer zoveel kans om geen opleiding te volgen of betaald werk te hebben dan jongeren die niet op het praktijkonderwijs hebben gezeten.

Relatieve risico’s per zorgtype

Met onderstaande cijfers krijg je inzicht in de relatieve risico’s die jongeren met een voorgeschiedenis in een bepaald zorgtype lopen om op termijn geen opleiding te volgen of geen werk te hebben.

selecteer een regio om deze figuur te kunnen zien: k

Relatieve risico’s per onderwijssoort

Met deze cijfers krijg je inzicht in de relatieve risico’s die jongeren met een voorgeschiedenis in een bepaalde onderwijssoort lopen om op termijn geen opleiding te volgen of geen werk te hebben.

selecteer een regio om deze figuur te kunnen zien: k

Relatief risico bij voortijdig schoolverlaten

Met deze cijfers krijg je inzicht in de relatieve risico’s bij jongeren die voortijdig van school gaan om op termijn geen opleiding te volgen of geen werk te hebben.

selecteer een regio om deze figuur te kunnen zien: k

Wat kan ik met deze cijfers?

Van veel factoren wordt gedacht dat ze jongeren kwetsbaar maken. Dat geldt bijvoorbeeld voor het niet hebben van een startkwalificatie of van een onderwijsgeschiedenis in het praktijkonderwijs of het speciaal onderwijs. Ook een verleden in jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering kan betekenen dat een jongere een kwetsbare positie heeft.

De cijfers in deze monitor geven inzicht in de factoren die in jouw regio het risico kunnen verhogen dat jongeren niet deelnemen aan de samenleving via opleiding en werk. Om meer duidelijkheid over de invloed van hun onderwijs- en zorggeschiedenis te krijgen, moet je de cijfers altijd bekijken in de context van jouw gemeente of regio. En ze altijd bespreken met je samenwerkingspartners.

Bij het interpreteren van de cijfers over de relatieve risico’s in jouw regio is het daarom goed om altijd aandacht te hebben voor: 

    1. Omvang

    Staar je niet blind op een hoog of laag risico, maar kijk ook altijd naar de omvang van deze groep in jouw regio. Misschien is in jouw regio een voorgeschiedenis met jeugdbescherming een belangrijke risicofactor voor jongeren om zonder opleiding of werk te zitten. Tegelijkertijd kunnen er in jouw regio nauwelijks jongeren met een jeugdbeschermingstraject zijn. Dat maakt het risico voor jongeren met jeugdbescherming niet onbelangrijk, maar het relatieve risico helpt wel bij het kiezen van prioriteiten. Kijk dus ook altijd naar hoe vaak zo’n risicofactor voorkomt in jouw regio.

    2. Vragen voor het gesprek

    Voer met schoolbesturen, gemeenten, samenwerkingsverbanden en zorginstellingen het gesprek over de groep jongeren in een risicocategorie. Deze vragen kunnen daarbij helpen:

    • Heb je een beeld van de groep jongeren die voortijdig de school verlaat?
    • Welke trend is in het voortijdig schoolverlaten in je gemeente of regio te zien?
    • Zijn er specifieke doelen gesteld om voortijdig schoolverlaten te voorkomen, al dan niet bij een bepaalde doelgroep?
    • Welke activiteiten en projecten zijn er om voortijdig schoolverlaten op de lange termijn te verminderen en te voorkomen?
    • Worden de bevindingen ook vertaald naar het belang van hulp en ondersteuning op de basisschool?
    • Heb je zicht op het directe resultaat van de ingezette activiteiten?
    3. Het eigen verhaal van jongeren

    Bedenk dat jongeren die geen opleiding volgen of niet aan het werk zijn, daarover hun eigen verhaal hebben. Dat zij op dit moment niet actief zijn in opleiding of werk betekent niet dat al deze jongeren blijvend in een kwetsbare positie zitten. Verzamel hun verhalen en ga er met jongeren over in gesprek.

    4. Specifieke groepen

    Kun je groepen omschrijven waarvan relatief veel jongeren op enig moment geen baan hebben of niet naar school gaan? Zet dan je middelen en tijd gerichter in om de kansen van deze jongeren te vergroten.

    5. Langdurig volgen

    Houd gegevens over deze groep jongeren langdurig bij. De groep jongeren die geen opleiding volgt of niet werkt is divers. Daarom is het interessant om in jouw regio de gegevens over wat zij doen langer te volgen. Deze trendgegevens geven je zicht op de omvang van de groep die langdurig geen opleiding volgt of betaald werk doet.

    6. Kwaliteitskompas

    Gebruik het kwaliteitskompas om meer grip te krijgen op het jeugdbeleid.