
Passend Onderwijs Almere meet, vergelijkt en stelt beleid bij met de Monitor AOJ
“Monitor AOJ is nuttige voedingsbodem voor uitrol beleid en afstemming ervan.”
“School betekent meer dan onderwijs. Het gaat om jeugdwelzijn met als belangrijkste taak het realiseren van onderwijs.” Volgens beleidsmedewerker en projectleider van samenwerkingsverband Passend Onderwijs Almere, Peter de Vries, is versterking met jeugdhulp door het gezamenlijk stellen van doelen, van essentieel belang hiervoor. Als regio zijn ze redelijk tevreden over de samenwerking, de Monitor AOJ geeft ze input waarop het beter kan.
Monitoren van effecten
Passend Onderwijs Almere maakt vanaf het eerste uur gebruik van de Monitor AOJ. Aanvankelijk was het mogelijk om als regio aanvullende vragen te stellen. “Jeugdgezondheidzorg wilde graag expliciet vragen stellen over de situatie in Almere. Echter is het nadeel hiervan dat het niet vergelijkbaar is met andere regio’s. Ook bleken de resultaten lastig te duiden doordat de respondenten geen goede afspiegeling vormde van het onderwijs en jeugdzorg. De resultaten moesten daarom altijd in context geplaatst worden.” Passend Onderwijs Almere wil graag vergelijken met andere regio’s. Reden voor hun als samenwerkingsverband om mee te doen met de generieke vragenlijst en de vernieuwde aanpak van de Monitor AOJ.
Passend Onderwijs Almere meet de successen en stelt de doelen en activiteiten uit het ondersteuningsplan bij op basis van de resultaten van de Monitor AOJ. Ze willen de effecten monitoren van de diverse projecten en interventies in de aansluiting van het onderwijs en de jeugdzorg. Als samenwerkingsverband nemen ze het initiatief tot het uitzetten van de monitor. “Het is wel een uitdaging om vanuit elke wijk voldoende respondenten te krijgen. De ene begeleider is actiever dan de andere. Je moet er achteraan. Mensen kunnen aangeven in welke wijk ze werken. Echter in ons geval wijkt het aantal stadswijken af van het aantal van het samenwerkingsverband. Dit is onhandig in de praktijk. Met name voor het primair onderwijs. Volgend jaar houden we de wijken aan van het samenwerkingsverband.”
Eigenaarschap en verantwoordelijkheid
De resultaten bespreken ze met de ketenpartners. Het verkrijgen van de betrokkenheid van de partners is in de praktijk wel een uitdaging. “Ik zou wel meer pro activiteit willen zien. Meer eigenaarschap en verantwoordelijkheid. We hebben als samenwerkingsverband het initiatief genomen, misschien is het beter om dit als gezamenlijke werkgroep te doen. Dan heb je meer gedeeld eigenaarschap. Mijn advies voor het vervolg en andere regio’s. Dat zit al in kleine dingen als een gedeeld format van een PowerPoint en niet een format met alleen het logo van het samenwerkingsverband.”
Evalueren en bijstellen ondersteuningsplan
“Voor het duiden van de resultaten bood het Nederlands Jeugdinstituut in eerste instantie ondersteuning. Dat was met de eerste versie echt nodig. Nu doen we het steeds meer zelf. We ontvangen de hapklare informatie van het NJi, deze informatie koppelen we aan de uitspraken in de open teksten. En vertalen vervolgens deze informatie en de beschikbare data naar aanbevelingen in een rapportage. Als je het met de partners bespreekt, zijn er vergelijkbare beelden. Het leidt tot echte samenwerking in verbetering van onze aanpak. Zo zijn verschillende werkmethoden aangepast en is er bijvoorbeeld concreet nagedacht over verschillende consulttijden voor jeugdartsen. Het zou mooi zijn als het mogelijk wordt om in plaats van een standaard van 1 uur, ook een consultmogelijkheid van 20 en 40 minuten aan te bieden. Het klinkt simpel, maar het moet wel naar voren komen en aangepast worden.
Samenwerking met ouders en kind
Uit de Monitor AOJ bleek dat in de samenwerking met ouders nog een hoop te winnen is. In het vo was het grootste deel (4 op de 5) van de ouders niet betrokken. Kinderen zelf zitten zelden aan tafel. Bijna nooit in het po en een enkele keer in het vo. Het geven van een stem aan een kind hoeft niet letterlijk te betekenen dat hij of zij aan tafel zit. Het kan ook een lege stoel zijn, die symbool staat voor de leerling. Maar denk erover na hoe je een leerling een stem kunt geven. Het vergroten van de betrokkenheid van ouders zit ook in communicatie. Maak het laagdrempelig. Ik heb zelf voorgesteld om het een kernteam met experts binnen en buiten school te noemen in plaats van een zorgadviesteam.
Wisseling personeel
Een andere uitkomst was de grote wisseling van personeel en de behoefte aan meer dynamiek. Dit leidde tot een afspraak over minder externe inhuur en meer detachering en meer verbinding met school. Jeugdhulpverleners hebben een eigen ruimte op school en zijn vaker in de week aanwezig. Hierdoor wordt meer preventief gewerkt, is de dienstverlening laagdrempelig en zijn begeleiders meer onderdeel van de schoolorganisatie.
Resultaten in OOGO
De resultaten van de Monitor AOJ worden ook in het OOGO ingebracht. De samenwerking met de gemeente verloopt naar tevredenheid. Ze faciliteren in beschikbaarheid van mensen om ze structureel te verbinden. Dit is belangrijk, want personeelswisseling is sterk van invloed op de uitvoering.”
“De behoefte aan benchmarking blijft.”
Van elkaar leren
“Samenwerkingsverbanden zijn nodig in het realiseren van de aansluiting onderwijs-jeugdzorg. Dit toont hun toegevoegde waarde aan. We zijn schooloverstijgend. De Monitor AOJ biedt ons een ijkmoment, een evaluatie. Het geeft inzicht in waarop we accenten moeten leggen. Het is een voedingsbodem voor beleid en de afstemming erover. De behoefte aan benchmarking blijft. We zouden graag een bijeenkomst bijwonen met andere regio’s om van elkaar te leren.”